Natuurpunt Werkgroep

Activiteiten

Libellen in België

Publicaties

Over ons

Nieuws

Summary: Excursion of the 12th of August to the nature reserve Hageven in Neerpelt. A total of 23 species were observed during the fieldtrip. The most interesting were the high numbers of Lestes virens (>120) and the rediscovery of Somatochlora flavomaculata at several fens. The main reason for this fieldtrip was to assess the status of the once rather common Sympetrum depressiusculum in the reserve. We only could find 3 and 4 ind. at two different locatities in the reserve. This low number is very alarming since the species disappeared at most sites the last 5 years in Flanders.

Het Hageven vormt samen het de Plateaux in Nederland één groot grensoverschrijdend natuurreservaat en is bekend voor zijn grote soortenrijkdom aan libellen (meer dan 40 soorten sinds 1990). De kern van het reservaat wordt gevormd door droge en natte heide, vennen, gagelstruweel en droog heischraal grasland. Door het reservaat stroomt de Dommel die ontspringt op het Kempens plateau en in noordelijke richting stroomt naar het Hageven alvorens Nederland te betreden. Langs de zuidrand komen er nog talrijke vijvers voor. De meeste hiervan waren voormalige visvijvers of weekendvijvers die natuurvriendelijk heringericht werden.

Hoofddoel van deze excursie was te onderzoeken hoe het met de Kempense heidelibel (Sympetrum depressiusculum) in het reservaat vergaat. Deze soort kwam tot zo’n 15 jaar geleden nog vrij algemeen in de Kempen voor en was vrij talrijk te noemen in het Hageven en omgeving. De laatste jaren liep het aantal waarnemingen uit de Kempen heel sterk terug en werd de Kempense heidelibel enkel nog gemeld van een aantal kerngebieden, meestal in zeer klein aantal.

Die ochtend waren 11 libellenliefhebbers opgedaagd aan het Natuureducatief Centrum De Wulp voor een tocht door het gebied onder leiding van Gerard Jannis en ondergetekende. Aan de eerste heringerichte visvijvers konden al snel de eerste libellen worden waargenomen: Blauwe breedscheenjuffer (Platycnemis pennipes), Watersnuffel (Enallagma cyathigerum), Kleine roodoogjuffer (Erythromma viridulum), een 50-tal Koraaljuffers (Ceriagrion tenellum) waaronder nog enkele tenerals, een 10-tal Paardenbijters (Aeshna mixta), Grote keizerlibel (Anax imperator), een mannetje Gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum), een mannetje Bloedrode heidelibel (Sympetrum sanguineum), Bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum) en de zeer mooie Bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum). Ook werd hier al een eerste Bruine winterjuffer (Sympecma fusca), een mannetje Gewone pantserjuffer (Lestes sponsa), een wijfje Zwarte heidelibel (Sympetrum danae) en enkele tenerals en juveniele exemplaren van de Steenrode heidelibel (Sympetrum vulgatum). Ondanks een vrij goed soortenlijstje werden van de meeste soorten maar 1 of enkele exemplaren gezien en dit vaak pas na grondig zoekwerk door de aanwezigen. Het slechte weer van de afgelopen dagen en weken had blijkbaar zijn tol geëist in de aantallen dieren.

Langs de rivier de Dommel vlogen een 20-tal Weidebeekjuffers (Calopteryx splendens), een wijfje van de Blauwe glazenmaker (Aeshna cyanea) en een IJsvogel.

Op weg naar de heide merkten we in de lucht een Boomvalk, enkele Bruine kiekendieven en 4 Buizerds op. Ter hoogte van het Lommels Goor zagen we 3 mannetjes van de Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens), 2 mannetjes Tengere pantserjuffer (Lestes virens), een mannetje Bandheidelibel (Sympetrum pedemontanum) en 2 mannetjes van de Gevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata). Vooral de waarneming van de Gevlekte glanslibel is bijzonder te noemen. De laatste waarneming uit het Hageven dateerde al van 1997!

Aan de natte heide annex jong en open Gagelstruweel bij de Grenspaal werd nog een mannetje Gevlekte glanslibel opgemerkt. Ook onze eerste waarnemingen van de dag van de Kempense heidelibel (Sympetrum depressiusculum) werden hier genoteerd, nl. 3 tenerale mannetjes en één teneraal wijfje. Ook nieuw voor de dag was de vangst van een wijfje Tengere grasjuffer (Ischnura pumilio) en de mooie waarnemingen van 3 mannetjes en een wijfje van de Venglazenmaker (Aeshna juncea). Verder vlogen hier volgende soorten vrij talrijk rond: meer dan 50 Gewone pantserjuffers (Lestes sponsa), meer dan 100 Tengere pantserjuffers (Lestes virens) en meer dan 50 ex. van de Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens).

Langs de natte heide gingen we verder naar de Centrale vennen, en daar gingen we verder op zoek naar de Kempense heidelibel. Uiteindelijk slaagden we er toch nog in om 2 mannetjes en een wijfje van de Kempense heidelibel te zien. Het meest noemenswaardige waren de vrij grote aantallen van de Watersnuffel (Enallagma cyathigerum), de Gewone pantserjuffer (Lestes sponsa) en de Zwarte heidelibel (Sympetrum danae) en de bijna volledige afwezigheid, op een 15-tal Tengere pantserjuffers (Lestes virens) en een mannetje Grote keizerlibel (Anax imperator), van andere libellensoorten. Dit zijn alvast goede aanwijzingen voor een verzuurd ven.

Ondertussen was de zon verdwenen achter het gesloten wolkendek en met de beloofde regen en onweer vanuit het westen dropen wij tegen 16.00 af naar de Wulp, alwaar we genoten van een drankje en de Bandheidelibellen (Sympetrum pedemontanum) die ons op het terras kwamen gezelschap houden.

Alles samen werden 23 libellensoorten waargenomen, wat vergelijkbaar is met de 22 soorten van de libellenexcursie van 22 augustus 2004 (zie Tailly 2004). Wel lagen de aantallen per soort nu lager dan toen, maar dit heeft allicht veel te maken met het slechte libellenweer van de maanden juli en augustus. Ondanks gericht zoeken naar de Kempense heidelibel (Sympetrum depressiusculum) werd ze slechts op 2 locaties gezien en telkens in zeer klein aantal (3 en 4 exemplaren). Als we hierbij bedenken dat het Hageven voor de soort een echt Kempens bolwerk was dan ziet de toekomst van de Kempense heidelibel er in Vlaanderen er allesbehalve rooskleurig uit. Verheugend was wel de terugvondst van de Gevlekte glanslibel (Somatochlora flavomaculata) na 10 jaar. Ook de Tengere pantserjuffer (Lestes virens) blijkt in het Hageven sterk toe te nemen, iets wat zich ook manifesteert op andere plaatsen in Vlaanderen. Nu werden alles samen meer dan 120 exemplaren gezien, wat veel meer is dan de 3 beestjes van op de excursie uit 2004. En dit betreft dan nog de enige waarnemingen van de Tengere pantserjuffer van de laatste 25 jaar uit het Hageven. 

Ondanks het feit dat het Hageven vrij goed geïnventariseerd is op libellen, blijkt het toch wenselijk op de toestand op een meer reguliere basis op te volgen, iets wat voor alle locaties in Vlaanderen geldt.

Geert De Knijf

 

Referentie

Tailly, M., 2004. Verslag van de excursie naar het Hageven en Plateaux op zondag 22 augustus 2004. Gomphus 20 (1): 29-31.