Natuurpunt Werkgroep

Activiteiten

Libellen in België

Publicaties

Over ons

Noordse glazenmaker - Aeshna subarctica

Areaal

In Europa komt enkel de ondersoort Aeshna subarctica elisabethae Djakonov, 1922 voor. Ze is vooral te vinden in Noord-Europa waar ze vrij algemeen verspreid is zoals in Scandinavië. De Noordse glazenmaker is zeer verspreid en zeldzaam in het noorden van Nederland en Duitsland. In Midden-Europa is ze beperkt tot enkele oudere gebergten als Vogezen, Jura, Zwarte Woud en Harz en tot de Alpen. De Noordse glazenmaker ontbreekt in Groot-Brittannië en het meest noordelijk deel van Scandinavië. Naar het oosten toe strekt het verspreidingsgebied zich uit over Siberië tot Japan. Een andere ondersoort vliegt ook in Noord-Amerika.

 

Waarnemingen

 

NoordseGlazenmaker GDK

vrouwtje
@Geert De Knijf

 

Verspreiding in België (2006)

Uiterst zeldzaam. De Noordse glazenmaker is beperkt tot enkele hoogveengebieden op de hoogste delen van het Ardens plateau (Hoge Venen, venen van Spa-Malchamps en Plateau des Tailles). Ze komt er samen voor met Aeshna juncea die echter veel talrijker is en waarmee ze gemakkelijk te verwarren is. Ondanks intensief speurwerk werd A. subarctica niet gevonden in andere, kleinere hoogveengebieden in de Ardennen en de Lorraine.

 

Evolutie van de verspreiding

A. subarctica werd pas op het einde van de 19de eeuw voor het eerst gevonden, en is altijd zeer lokaal en zeldzaam geweest. Ze was echter vroeger niet beperkt tot de Hoge Ardennen vermits ze gevangen werd op enkele plaatsen in de Limburgse Hoge Kempen (Neeroeteren, Houthalen), en te Hoogstraten (provincie Antwerpen). De soort werd hier recent nergens meer waargenomen ondanks nauwkeurige prospecties. De laatste waarneming uit de Kempen dateert van 1968 (Tenhaagdorenheide te Houthalen). In de Ardennen houdt de soort nog steeds stand, zij het in zeer klein aantal, in de Hoge Venen en op het Plateau des Tailles (waar ze pas werd ontdekt in de jaren ’80). Vermoedelijk is de Noordse glazenmaker op het einde van de jaren ’90 (laatste waarneming in 1996) verdwenen uit de venen van Spa-Malchamps.

 

Habitat

De soort komt enkel voor aan zure stilstaande hoogveenplassen. In de Hoge Ardennen vindt men ze het meest boven plasjes van vroegere lithalses, die gekenmerkt worden door goed ontwikkelde veenmostapijten (Sphagnum). De vegetatie bestaat er verder nog uit Veenpluis (Eriophorum angustifolium), Snavelzegge (Carex rostrata) en Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata).

 

Fenologie

De Noordse glazenmaker vliegt tussen eind juli en eind september, maar vooral in september. Indien in het gebied ook A. juncea voorkomt, vliegt A. subarctica over het algemeen later. Uiterste data zijn 20 juli en 2 oktober.

 

Literatuur

Lieftinck (1929), Barvaux (1960, 1964), Goffart (2000a).